Peter Maenhout zegt dat hij als ondernemer is geboren. Met de 4 vestigingen van Iveco-Maenhout (40 miljoen euro omzet, 62 medewerkers) dat hij goed 10 jaar geleden from scratch opstartte, voorziet hij de markt in West- en Oost-Vlaanderen van lichte en zware bedrijfsvoertuigen. Dankzij een langetermijnpartnership met het Italiaanse Iveco heeft hij een belangrijk en nog steeds groeiend marktaandeel opgebouwd. Geduldig en met een mix van visie en gezonde ambitie om te blijven groeien.
In de jaren 90 klonk de naam Maenhout als een klok in de transportwereld. Toen vanuit Oostende. De vorige generatie figureerde ook op de cover van dit magazine. Sindsdien is er veel veranderd. Waar is de link met de tijd van toen?
“Het familiebedrijf van toen werd eerst overgenomen door een Nederlandse groep, die nadien de zaak doorverkocht aan een Nieuw-Zeelandse investeerder. Ik heb dat alles van dichtbij meegemaakt. Mijn vader Henri had het transportbedrijf in 1964 boven de doopvont gehouden. In de jaren 90 kwamen zijn broer, mijn zus Ingrid en ikzelf het team versterken en zetten we samen de lijnen uit. Met succes, want Maenhout groeide uit tot een bedrijf dat deel uitmaakte van de top 20 in de Belgische transport- en logistieke sector. Op zijn toppunt stelde het 600 mensen te werk. Het naburige Daikin was toen veruit onze grootste logistieke klant. Op transportvlak kregen wij een probleem met onze ligging in Oostende. Het gros van de activiteiten speelde zich af in de driehoek Brussel-Antwerpen- Gent, maar telkens moesten de goederen ons cross dock-centrum in Oostende passeren, wat niet echt efficiënt was. Idealiter hadden we moeten herlokaliseren, wat ook een tijdje overwogen werd.”
Een familiebedrijf verkopen aan externen, voelt dat pijnlijk aan?
“Misschien klinkt het verrassend, maar onze familie was niet op zoek om te verkopen. Er kwam een aantrekkelijk bod en de familie is erop ingegaan. In de rangen van de familie waren we ook erg realistisch of nuchter, noem het zoals je zelf wil. In feite waren we te klein om groot te zijn, en te groot om klein te zijn. Ik was 40 toen de zaak de deur uit ging en dacht na de verkoop al meteen: we blijven ondernemen. En zo gebeurde ook.”
U kent alle grote en kleine verhalen allicht van aan de keukentafel thuis. Stond het in de sterren geschreven dat u ook ondernemer zou worden?
“De firma, de firma en nog eens de firma, daar heeft het bij ons thuis altijd om gedraaid. Zelfs mijn moeder was actief in het bedrijf, dat ging toen zo. Ik heb vanaf mijn 18de – studeren was niet mijn ding, ik wilde werken – ook alle echelons binnen het bedrijf doorlopen. Mijn vader wilde dat zo en dus begon ik als magazijnier. Later reed ik rond met heftrucks, werd planner, volgde logistiek op, enzovoort.”
Wat maakt een familiebedrijf anders dan andere bedrijven, denkt u?
“Een veelheid van factoren maakt het verschil. Zoals: de sterke binding met de medewerkers. We doen er alles aan om mensen een goed gevoel te geven, zoals een eerlijke verloning, voordelen in natura of teambuildingactiviteiten. 2: het menselijke aspect primeert altijd. 3: een vlakke structuur. Last but not least: de grote flexibiliteit.”
Volgens sommigen is ondernemen een mix van rocket science en algebra. Anderen zeggen dat je buikgevoel moet hebben. Wat denkt u?
“Geen twijfel mogelijk: buikgevoel. Maar dat niet alleen. Essentieel aan ondernemen is ook dat je bereid bent risico’s te nemen. Ook mijn vader heeft destijds zijn nek behoorlijk ver uitgestoken. Niet risicoavers zijn, dat zit in ons. En als je risico neemt, heb je 2 mogelijkheden: het draait goed uit, of het draait minder goed uit. Ik heb geleerd om bij het nemen van risico’s ook snel te evalueren. Hooguit 18 maanden, en dan durven beslissen: doorgaan of ermee stoppen.”
10 jaar nadat u een exclusieve concessie afsloot met het Italiaanse Iveco, is uw nieuwe bedrijf alleen maar gegroeid. Hoe is het zo ver gekomen? Endogeen ofte op eigen vleugels of versneld via overnames?
“Het is een combinatie. In 2012 hebben we het toenmalige Eagle Truck Center met vestigingen in Moorslede en Deinze overgenomen. Dat bedrijf had qua organisatie en systemen een serieuze achterstand. Stapsgewijs hebben we alles gestructureerd en gemoderniseerd. Conculega’s stelden zich ook vragen bij onze slaagkansen in een voor ons tot dan onbekende sector. Ik geef toe dat er in de beginperiode wel eens twijfel was: ‘Wat hebben we nu gedaan?’. Maar zoals ik het thuis geleerd heb was ‘deure doen’ de boodschap. In 2015 openden we een nieuwe vestiging en tevens onze hoofdzetel in Brugge. In 2018 werd ter vervanging van de vestiging in Moorslede een nieuwe vestiging geopend langs de E403 in Ardooie. In 2021 hebben we dan Vandewiele in Bavikhove overgenomen. In deze sector kan je niet anders dan groeien. De automotivesector staat de komende 5 tot 10 jaar allicht voor de grootste revolutie uit de geschiedenis en zal ingrijpender wijzigen dan in de voorbije 100 jaar samen. Een verdere consolidatie zal daar sowieso het gevolg van zijn.”
Dan is het een kwestie van zelf te eten of van gegeten te worden, toch? Wat zal op uw menu staan?
“Geen twijfel mogelijk: we hebben de ambitie om een voortrekkersrol spelen. De voorbije jaren heb ik hard gewerkt aan een structuur die nu op punt staat. Met dank aan uitstekende mensen die naast mij de zaak mee helpen managen. We zijn er klaar voor. Mijn visie op ondernemen is klaar en duidelijk: ik wil uitmuntende mensen rondom mij en hen voluit kansen en verantwoordelijkheden geven. En als dat de zaken vooruithelpt, mag er voor er bepaalde beslissingen genomen worden ook eens ‘ja, maar’ gezegd worden aan de CEO.”
In de aanbieding heeft u een breed palet aan voertuigen: van lichte bestelwagens tot zwaardere vrachtwagens. Gelooft u dat de elektrificatie ook in jullie sector meer en meer de bovenhand zal nemen, zoals in de klassieke auto-industrie?
“Ik mag er best fier op zijn: onze partner Iveco is altijd mee geëvolueerd met de technologische vooruitgang. Ze waren een pionier voor wat betreft voertuigen op CNG en LNG en zijn nu ook bezig met bio-LNG. Ook voor wat betreft elektrische en waterstofaangedreven trucks heeft Iveco uitstekende troeven op tafel liggen. Daarvoor heeft het een strategisch partnership afgesloten met het Amerikaanse bedrijf Nikola Trucks, met hoofdkantoor in Arizona en met een productie-eenheid op de site van Iveco in Ulm, Duitsland. In de VS werden de eerste klantvoertuigen al uitgeleverd. De klanten zijn uiterst positief over de prestaties en betrouwbaarheid. In Europa voorziet men de eerste elektrische trucks in 2023 en de eerste waterstoftrucks in 2024.”
Blijft dat perspectief even aantrekkelijk nu de energieprijzen – ook die van elektriciteit – enorme hausses kennen?
“Ik geloof niet echt in één aanvoerbron. Volgens mij zal er, zeker bij de industriële voertuigen, nood zijn aan meerdere bronnen: elektriciteit, diesel, waterstof en LNG. Elke bron zal zijn nut hebben, naargelang de missie van het voertuig. Dat diesel nog jaren een rol zal spelen, staat als een paal boven water.”
Is waterstof toch niet dé energiebron van de toekomst? Meer dan elektrische aandrijving?
“Jawel, waterstof zal zorgen voor een revolutie. Naast het partnership met Nikola voor trucks, heeft Iveco onlangs ook een verregaand samenwerkingsakkoord gesloten met het Koreaanse Hyundai om de waterstoftechnologie voor bestelwagens te versnellen.”
Zijn bedrijven wel voldoende begaan met het argument ‘duurzaam’?
“Als ik eerlijk mag zijn, dan luidt het antwoord: neen. Dat leeft niet echt. Het heeft ook met traditie te maken. West-Vlaamse bedrijven zijn nu eenmaal erg trouw aan diesel. Zelfs het milieuvriendelijkere product LNG blijft nog altijd moeite hebben. Als waterstof en elektriciteit echt willen doorbreken, zal daar erg veel over moeten gecommuniceerd en gesensibiliseerd worden.”
Is autonoom rijden (zonder chauffeur) veraf of toch dichtbij?
“De huidige testen met onbemande vrachtwagens (onlangs nog op een volledig traject Madrid-Amsterdam) blijken zo goed als feilloos te verlopen. Autonoom rijden
wordt in elk geval meer en meer een must. Waarom zeg ik dat? Omdat de schaarste aan vrachtwagenchauffeurs nijpender en nijpender wordt en er hoegenaamd geen
oplossing in zicht is. Ook het treinverkeer met vracht bereikt stilaan een saturatiepunt.”
Voelt u de gevolgen van de oorlog aan de andere kant van Europa?
“Op prijsvlak voelen we de gevolgen serieus; alles wordt duurder. Ook voor wat betreft het aanleveren van onderdelen blijf ik op mijn hoede. Tot nu toe zijn er weinig tot geen problemen, maar de vraag is hoe lang dat zal blijven duren. Corona had er tot nu toe harder ingehakt dan het conflict in Oekraïne, maar hoe langer het duurt, hoe meer ik mijn hart vasthoud voor de gevolgen.”
Tot slot: u bent via uw partnerschip danig ingeburgerd bij het Italiaanse Iveco. Heeft u al veel opgestoken van die relatie?
“De Italiaanse cultuur verschilt natuurlijk van de onze. Het gaat naar onze normen dikwijls te traag, maar aan het einde van de rit komt alles wel voor elkaar. Anderzijds zijn creativiteit en innovatie hun handelsmerk. Uit een eerder leven heb ik wel enorm veel bijgeleerd van het Japanse model. 2 zaken heb ik meegenomen, omdat ik rotsvast geloof dat de Japanners het bij het rechte eind hebben. Regelmatige rapportering is cruciaal. En ten tweede: fouten maken is geen probleem, als je die fouten maar goed analyseert om ze later niet meer te maken. De mix van Italiaanse innovativiteit en Japanse doelgerichtheid is de ideale cocktail.”
Peter Maenhout doorliep alle echelons van het bedrijf van zijn ouders. “De ideale leerschool om later een goede CEO te worden”, vindt hij. “Ik weet vandaag beter dan wie ook dat medewerkers het belangrijkste kapitaal van een organisatie zijn en een belangrijke succesfactor van je onderneming zijn.” Over de voortdurende veranderende regelgeving zegt hij: “Mijn ervaring zegt me: je moet er gewoon leren mee leven, al is het niet prettig. Denk maar aan de fiscale druk. Vermoeiend is het.”
BRON: VOKA
Andere artikels